fbpx Skip to content

Algemene voorwaarden mediation

Artikel 1 Begrippen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  1. De begeleiding: de in de opdrachtbevestiging omschreven begeleiding.
  2. Het ADR Register: de instelling die de erkenning en accreditatie verzorgt van opleidingsinstituten die zich bezighouden met vakbekwaamheid van scheidingsbegeleiding in Nederland.
  3. Strategisch Coachen Groep: Strategisch Coachen Groep (hierna te noemen SCG), gevestigd te Bosch en Duin.
  4. De scheiding: procedure waarbij de partijen zich inzetten om, onder leiding van een mediator, (hierna te noemen mediator), het proces van de (echt-) scheiding te begeleiden met toepassing van het reglement en de gedragsregels.
  5. De mediator, (hierna te noemen mediator), diegene die het proces begeleidt en die staat ingeschreven in Het ADR Register.
  6. De partij(en): de partijen die wensen het proces door middel van begeleiding te volgen.
  7. Het Register: Het ADR Register.
  8. Het reglement: dit onderliggend reglement.

Artikel 2 Benoeming mediator

  1. De partijen wijzen zelf een mediator aan.
  2. Bij aanvang van de opdracht stelt de mediator een opdrachtbevestiging op. De partijen en de mediator ondertekenen de opdrachtbevestiging.

Artikel 3 Aanvang begeleiding

  1. De begeleiding vangt aan terstond na ondertekening van de opdrachtbevestiging door de partijen en de mediator tenzij een ander tijdstip in de opdrachtbevestiging wordt afgesproken of in de opdrachtbevestiging is ondertekend.

Artikel 4 Werkzaamheden mediator en procesbegeleiding

  1. De werkzaamheden van de mediator betreffen de begeleiding van de intakegesprekken, driegesprekken en bijeenkomsten, doch kunnen daarnaast eventuele werkzaamheden omvatten als verslaglegging, contacten met de partijen (hetzij elektronisch, schriftelijk of telefonisch), bestuderen van stukken, contacten met derden, en het opstellen van overeenkomsten, één en ander vanaf de aanvang van de begeleiding of vanaf het moment dat de opdrachtbevestiging is ondertekend.
  2. De mediator bepaalt, in overleg met de partijen, de wijze waarop de begeleiding wordt gevoerd.
  3. Het is de mediator toegestaan, in overleg met partijen, afzonderlijk en vertrouwelijk met de partijen te communiceren zonder dat zijn neutrale positie ter discussie komt.
  4. De partijen en de mediator spannen zich ervoor in om de begeleiding voortvarend te laten verlopen.

Artikel 5 Vrijwilligheid

  1. De begeleiding vindt plaats op basis van vrijwilligheid van de partijen. Elke partij, alsook de mediator, kan op elk moment de begeleiding beëindigen.
  2. Tussentijdse afspraken binden partijen alleen voor zover zij die afspraken en het bindende karakter daarvan uitdrukkelijk vastleggen in een getekende overeenkomst. Zij zijn niet gebonden aan de stellingen en voorstellen die zij of de mediator tijdens de begeleiding hebben ingenomen of gedaan. De partijen zijn alleen gehouden aan dat wat in de in artikel 10.1 bedoelde en door hen getekende opdrachtbevestiging is vastgelegd.

Artikel 6 Beslotenheid

  1. Bij de begeleiding zijn geen andere personen aanwezig dan de mediator en de partijen, c.q. hun advocaten en adviseurs. Ingeval meerdere personen bij de begeleiding worden betrokken, is toestemming van de partijen vereist. Indien de mediator dat wenst, kan hij zich bij de begeleiding secretarieel laten bijstaan door een daartoe door hem aan te wijzen perso(o)n(en). 
  2. Indien een partij zich tijdens de begeleiding laat bijstaan, dient de vertegenwoordiger bevoegd te zijn om (rechts)handelingen te verrichten die voor de begeleiding noodzakelijk zijn, waaronder het aangaan van een overeenkomst als bedoeld in artikel 10.1.

Artikel 7 Geheimhouding

  1. De partijen doen aan derden – onder wie begrepen rechters of arbiters – geen mededelingen betreffende het verloop van de begeleiding, de daar door de bij de begeleiding aanwezige personen ingenomen standpunten, gedane voorstellen en de daarbij mondeling of schriftelijk, direct of indirect, verstrekte informatie.
  2. De partijen verbinden zich om geen stukken aan derden – onder wie begrepen rechters of arbiters bekend te maken, te citeren, aan te halen, te parafraseren of zich daarop anderszins te beroepen, indien deze stukken door een bij de begeleiding betrokkene tijdens of in verband met de begeleiding zijn geopenbaard, getoond, of anderszins bekend gemaakt.
  3. Deze verplichting geldt niet voor zover de desbetreffende betrokkene onafhankelijk van de begeleiding al over deze informatie beschikte of had kunnen beschikken.
  4. Onder stukken als bedoeld in dit artikel wordt mede verstaan: de opdrachtbevestiging, door de partijen of door de mediator in het kader van de begeleiding opgestelde aantekeningen, verslagen, de in artikel 10.1 bedoelde overeenkomst voor zover de partijen conform artikel 10.3 hebben afgesproken dat deze vertrouwelijk blijft, evenals andere gegevensdragers zoals geluidsbanden, videobanden, foto’s en digitale bestanden in welke vorm dan ook.
  5. De artikelen 7.1 en 7.2 gelden ook voor de mediator.
  6. De partijen doen hiermee afstand van het recht om, in rechte of aan de andere kant, wat tijdens de begeleiding is gebleken als bewijs tegen elkaar aan te voeren en/of de mediator of andere bij de begeleiding betrokkenen, als getuige of aan de andere kant te horen of te doen horen over informatie die is verstrekt en/of is vastgelegd tijdens of in verband met de begeleiding, dan wel over de inhoud van de overeenkomst als bedoeld in artikel 10.1, alles in de ruimste zin des woords. De partijen worden geacht daartoe een bewijsovereenkomst te hebben gesloten. De mediator behandelt alle informatie die hem door één van de partijen buiten aanwezigheid van de andere partij wordt verstrekt vertrouwelijk, behoudens voor zover de betrokken partij uitdrukkelijk toestemming verleent om die informatie tijdens de begeleiding in te brengen.
  1. Het bepaalde in de artikelen 7.1 t/m 7.5 geldt niet in het geval van:
    • –  Informatie betreffende strafrechtelijke gedragingen waarvoor een wettelijke meldplicht dan weleen wettelijk meldrecht bestaat.
    • –  Informatie betreffende de dreiging van een misdrijf.
    • –  Een klacht-, tucht- of aansprakelijkheidsprocedure tegen de mediator.
  1. In dat geval is de mediator ontslagen uit de voor hem geldende geheimhoudingsplicht voor zover nodig om zichzelf tegen de vorderingen te verweren en/of een beroep te doen op zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekering. De geheimhoudingsplicht vervalt voor alle betrokkenen voor zover nodig om de klacht te behandelen.
  2. Een verzoek van de mediator ten behoeve van de Tucht- en Klachtencommissie van het ADR Register aan de mediator om geanonimiseerde informatie te over leggen
  3. Ten blijke van praktijkvoering indien de ADR Register zich schriftelijk verbindt tot geheimhouding.

Artikel 8 Einde begeleiding

  1. De begeleiding eindigt:
    • Door ondertekening door de partijen van de in artikel 10.1 bedoelde overeenkomst;
    • Door een schriftelijke verklaring van de Scheidingsadviseur aan de partijen dat de begeleiding eindigt;
    • Door een schriftelijke verklaring van een partij aan de andere partij(en) en de mediator dat zij zich uit de begeleiding terugtrekt.
  1. Beëindiging van de begeleiding laat de geheimhoudings- en betalingsverplichtingen van de partijen onder de scheidingsovereenkomst onverlet.

Artikel 9 Andere procedures

  1. Eventuele bij de aanvang van de begeleiding al aanhangige gerechtelijke, of aanverwante procedures over het proces of onderdelen daarvan – met uitzondering van maatregelen ter bewaring van rechten – worden door de partijen opgeschort voor de duur van de begeleiding.
  2. De partijen zullen gedurende de duur van een begeleiding tegenover elkaar geen procedures als bedoeld in artikel 9.1 aanhangig maken – met uitzondering van maatregelen ter bewaring van rechten.
  3. Indien een partij een maatregel ter bewaring van rechten neemt, of een andere procedure als bedoeld in artikel 9.1 aanhangig maakt, is zij verplicht daarvan binnen 24 uur na het nemen, respectievelijk aanhangig maken ervan mededeling te doen aan de Scheidingsadviseur en de andere partij(en).

Artikel 10 Vastlegging van het resultaat van de begeleiding

  1. De mediator draagt er zorg voor dat wat de partijen zijn overeengekomen deugdelijk, al dan niet door of met behulp van een deskundige derde, in een overeenkomst wordt vastgelegd. Voor de inhoud van de overeenkomst zijn en blijven de partijen met uitsluiting van de mediator zelf verantwoordelijk. De partijen hebben het recht om zich door een externe deskundige te laten adviseren.
  2. De mediator is niet aansprakelijk voor de inhoud van de door de partijen af te sluiten overeenkomst en de eventueel hieruit voortvloeiende schade.
  3. De partijen bepalen gezamenlijk en op schrift in hoeverre de inhoud van de af te sluiten overeenkomst vertrouwelijk blijft. In elk geval mag de inhoud van de afgesloten overeenkomst aan de rechter worden voorgelegd indien dat noodzakelijk is om nakoming daarvan te vorderen.

Artikel 11 Beperking aansprakelijkheid

  1. Iedere aansprakelijkheid van de mediator, ingeval van schade als gevolg van zijn handelen of nalaten in de begeleiding, is beperkt tot ten hoogste het bedrag dat in het desbetreffende geval wordt uitgekeerd door zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar, vermeerderd met het bedrag van het eigen risico dat krachtens die verzekeringsovereenkomst in het betreffende geval voor rekening van de mediator komt.
  2. Behoudens in geval van opzet of grove roekeloosheid van de mediator, vrijwaren de partijen de mediator en zullen de partijen de mediator schadeloosstellen ter zake van alle vorderingen die een derde op enig tijdstip tegenover de mediator mocht instellen en die verband houden met handelen of nalaten van de mediator tijdens de begeleiding.

Artikel 12 Klachten

  1. De mediators gebonden aan het door de ADR Register vastgestelde reglement en onderworpen aan de tucht- en klachtenregeling van het ADR Register. Een partij kan binnen twaalf maanden na beëindiging van de begeleiding, bij het ADR Register Scheidingsadviseur een klacht indienen conform de op dat moment vigerende klachtenregeling.

Artikel 13 Niet voorziene gevallen

  1. In de gevallen waarin het reglement niet voorziet, beslist de mediator. Hij handelt daarbij in overeenstemming met de strekking van het reglement.

Artikel 14 Wijziging van het reglement c.q. afwijken van het reglement

  1. Als en voor zover de partijen wensen af te wijken van het Register begeleiding reglement kan dat alleen middels een schriftelijke overeenkomst met de uitdrukkelijke instemming van de Scheidingsadviseur.
  2. Het ADR Register is te allen tijde bevoegd het reglement te wijzigen. Dergelijke wijzigingen hebben geen effect op de begeleiding die op dat moment al worden gevoerd. Op dergelijke begeleiding zal uitsluitend het reglement van toepassing zijn zoals dat bij de aanvang van die begeleiding van kracht was.

Artikel 15 Toepasselijk recht

  1. Dit reglement wordt beheerst door Nederlands recht. Dit geldt ook voor de overeenkomst als bedoeld in artikel 10.1.